GEMEENTEBLADBeleidsregels medegebruik busbanen Roermond

Bekendmaking voor Bestuur | Gemeenten in Roermond

Geplaatst op Lokaalnieuwsroermond.nl op: 21-05-2024

  1. Bekendmakingen roermond
  2. GEMEENTEBLADBeleidsregels medegebruik busbanen Roermond

Bestuur | Gemeenten Bekendmakingen

Meer info over Bekendmakingen gemeente

Algemene omschrijving Het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Roermond, Gelet op: - De Wegenverkeerswet 1994 (WVW); - Het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990); - Het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer; - Artikel 87 van het RVV 1990 betreffende de mogelijkheid om ontheffing te verlenen door het bevoegd gezag; - Artikel 149, lid 1, sub d, van de WVW betreffende de bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders (B&W) tot het afgeven (verlenen), weigeren of intrekken van ontheffing; - Artikel 150 van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW) betreffende het stellen van voorwaarden aan een ontheffing; - Dat het verbod gebruikmaking busbaan of busstrook door het overige verkeer als genoemd in artikel 81 kenbaar is gemaakt door het conform het RVV 1990 aanbrengen van verkeerstekens; - Artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht waarin de bevoegdheid tot het vaststellen van beleidsregels is geformuleerd. Overwegende dat het belang van doorstroming en verkeersveiligheid op de busbaan belangrijker is dan het belang van de aanvrager die medegebruik van de infrastructuur voor bussen aanvraagt. BESLUITEN: De volgende beleidslijn en -regels voor het medegebruik van busbanen en busstroken in de gemeente Roermond vast te stellen. ALGEMEEN Artikel 1 Begripsbepalingen A Taxivervoer Vervoer als bedoeld in artikel 1, sub j jo sub h Wet Personenvervoer 2000. B Busbaan en busstrook Busbaan en busstrook als bedoeld in artikel 1 RVV1990. C Aanvrager Een natuurlijk persoon of een rechtspersoon die ontheffing aanvraagt voor het berijden van een busbaan of busstrook in Roermond. D Ontheffing Een ontheffing voor het medegebruik van een busbaan of busstrook in Roermond op basis van deze beleidsregels. E RVV 1990 Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990. F WVW De Wegenverkeerswet. G BABW Besluit algemene bepalingen inzake het wegverkeer. H Hulpdiensten Voertuigen van ambulancedienst, politie en brandweer die blauw licht voeren en/of voorzien zijn van optische geluidssignalen. I Voertuigen Voertuigen als bedoeld in artikel 1, sub a. en verder RVV 1990. J Diensttijd De tijd gelegen tussen het tijdstip waarop de dienst aanvangt en het tijdstip waarop de dienst eindigt. K Overtreding Overtreding van (een van) de artikelen genoemd in deze beleidsregels of de WvW Artikel 2 Algemeen gebruik busbaan 1. Indien gebruik wordt gemaakt van een busbaan of busstrook als bedoeld in de artikelen 73 en 81 van het RVV 1990 mogen geen andere richtingen worden gevolgd dan wordt aangegeven voor lijnbussen door de verkeerstekens van het RVV 1990 en dient de betekenis van ter plaatse aanwezige busverkeerslichten als bedoeld in artikel 70 van het RVV 1990 te worden gevolgd. 2. De ontheffinghouder mag, met in acht neming van de overige bepalingen, in de volgende gevallen afwijken van artikel 2, lid a. om gebruik te maken van de busbaan of busstrook: a. Stationsplein – oostelijk deel: Het oprijden van de busstrook vanaf de uitrit van het oostelijk deel van het Stationsplein is toegestaan. Er mag worden afgeweken van bord D5r bij de uitrit van het oostelijk deel van het Stationsplein. b. Stationsplein – oostelijk deel: Het afrijden van de busstrook via een bocht van 180 graden naar de rechtsafstrook voor het oostelijk deel van het Stationsplein is toegestaan. c. Wilhelminaplein (rechtdoorstrook aan zuidkant tegenover de Slachthuisstraat): Het oprijden van de busstrook vanaf de rechtdoorstrook aan zuidkant van het Wilhelminaplein (tegenover de Slachthuisstraat) is toegestaan. Er mag worden afgeweken van bord D6l ter plaatse en de pijlmarkering in de rechtdoorstrook aan zuidkant van het Wilhelminaplein tegenover de Slachthuisstraat. d. Sint Cornelisstraat: Het afrijden van de busstrook naar de Sint Cornelisstraat is toegestaan. Er mag worden afgeweken van bord D4 op de Willem II Singel ter plaatse. In de bijgevoegde overzichtstekening zijn bovenstaande verkeersbewegingen gevisualiseerd. 3. De ontheffinghouder dient onder alle omstandigheden de veiligheid van het verkeer te waarborgen. 4. De ontheffinghouder dient het overige verkeer niet te hinderen. 5. Het college van B&W kan los van het bepaalde in artikel 3 tot en met 8 (tijdelijk) (delen van) busbanen of busstroken aanwijzen, waarvoor de ontheffing niet geldt. In voorkomende gevallen worden deze opgenomen in de voorwaarden bij de verstrekte ontheffing. 6. Het college van B&W is bevoegd de busbanen te allen tijde af te sluiten wegens werkzaamheden, calamiteiten, evenementen of andere activiteiten. ONTHEFFINGEN Artikel 3 Ontheffingen algemeen Van het verbod een busbaan of - strook binnen de gemeente Roermond te berijden met andere voertuigen dan lijnbussen, dan wel lijn- en autobussen, als bedoeld in artikel 1, sub a. en verder RVV 1990 wordt geen ontheffing verleend, tenzij de aanvrager behoort tot de categorieën als genoemd in de artikelen 4 tot en met 6 en voldoet aan de daarin gestelde eisen. Daarnaast kan in geval van zeer bijzondere omstandigheden, zoals bedoeld in artikel 7, ontheffing worden verleend. Artikel 4 Taxivervoer 1. Ontheffing als bedoeld in artikel 3 van deze beleidsregel kan slechts worden verleend aan de bestuurder van een taxi, ter uitvoering van het vervoer als bedoeld in artikel 1, onder A, taxivervoer. 2. Het aanvragen van de ontheffing voor taxivervoer dient schriftelijk te geschieden, via het aanvraagformulier dat hiervoor is vastgesteld. 3. De ontheffing is persoonsgebonden, niet overdraagbaar en in geval van taxivervoer alleen geldig in combinatie met een geldige chauffeurskaart taxi, een geldig rijbewijs en in diensttijd. 4. Een ontheffing is geldig voor een periode tot maximaal 2 jaar na het vaststellen van deze beleidsregels. 5. In geval van taxivervoer moeten de hiervoor gebruikte auto’s aan de buitenzijde duidelijk herkenbaar en afwijkend van de reguliere auto’s zijn door het aanwezig zijn en tonen van een daklicht “taxi” en het voeren van een blauwe kentekenplaat met zwarte belettering. Taxibussen bedoeld voor doelgroepen vervoer zijn niet verplicht het daklicht “taxi” te voeren. Artikel 5 Onderhouds- en reparatieverkeer 1. Aan de diensten die zorgdragen voor het onderhoud van en reparatie aan de busbaan of busstrook wordt op aanvraag een ontheffing verleend uitsluitend voor uitvoering noodzakelijke werkzaamheden ter plaatse. 2. Aanvrager moet ingeschreven staan bij de Kamer van Koophandel als erkend onderhoud en reparatiebedrijf en het KvK nummer moet kenbaar worden gemaakt bij de aanvraag. 3. Uit oogpunt van handhaafbaarheid dient het voertuig van de aanvrager herkenbaar te zijn aan logo en/of kleurstelling. Artikel 6. Ophaaldiensten huishoudelijk afval 1. Aan de ophaaldiensten huishoudelijk afval wordt op aanvraag een ontheffing verleend voor de periode waarvoor met de gemeente een contract is gesloten en uitsluitend voor het ophalen van huishoudelijk afval aan de zijde van de weg waar de busstrook ligt. Uitsluitend voor deze werkzaamheden mogen deze voertuigen kortdurend stilstaan op de busstrook. 2. De ontheffing wordt verleend op de naam van het bedrijf. Artikel 7 Ontheffing bijzondere omstandigheden Een aanvraag voor ontheffing voor voertuigen die niet behoren tot de categorieën als genoemd in de artikelen 4 tot en met 6 wordt getoetst aan de volgende criteria: 1. Er ontbreekt een adequaat alternatief, waardoor onevenredig nadeel ontstaat wanneer de busbaan niet gebruikt mag worden. 2. Er dient sprake te zijn van bijzondere omstandigheden en/of zwaar wegend belang. 3. De belangen van de aanvrager zijn niet in strijd met de belangen van doorstroming en verkeersveiligheid op en nabij de busbaan anders dan de belangenafweging voor de voertuigen in de categorieën 5 tot en met 6. Artikel 8. Voorschriften gebruik ontheffing 1. De ontheffinghouder mag slechts gebruik maken van een busbaan of busstrook die als zodanig zijn gedefinieerd volgens artikel 1 van het RVV 1990. 2. Uit oogpunt van handhaafbaarheid moet bij gebruikmaking van de ontheffing, deze (raamkaart) in het motorvoertuig aanwezig zijn en moet de raamkaart altijd goed zichtbaar in de linkerbenedenhoek achter de voorruit zijn aangebracht, zodanig dat de voorzijde van de ontheffing duidelijk leesbaar is voor de toezichthouder. De ontheffing moet op eerste vordering van politie en/of toezichthouder ter inzage worden afgegeven. 3. De ontheffinghouder dient de bepalingen van de beleidsregels medegebruik busbanen Roermond te kennen en toe te passen bij het gebruik van de ontheffing. 4. Een ontheffing, waarvan de geldigheid is verlopen, dient uit het voertuig verwijderd te zijn. 5. De ontheffinghouder is verplicht de aanwijzingen van de verkeerslichtenregeling voor het openbaar vervoer, het ‘negenoog’, te kennen en in acht te nemen. 6. De ontheffinghouder dient haltes voor het openbaar vervoer met verminderde snelheid te passeren. 7. De busstrook is voorzien van een doorgetrokken streep, waardoor de ontheffinghouder geen voertuigen mag inhalen en voorbijgaan. 8. De ontheffinghouder mag niet stilstaan op de busbaan of busstrook inclusief halteplaatsen evenmin om passagiers in of uit te laten stappen. Stilstaan mag hierbij enkel op de strook aan de rechterzijde van de busbaan. 9. Een uitgegeven ontheffing (raamkaart) blijft eigendom van de gemeente Roermond. Artikel 9 Aanvraag ontheffingen 1. Het aanvragen van een ontheffing als bedoeld in deze beleidsregels, kan slechts geschieden middels het hiervoor vastgestelde aanvraagformulier. 2. Een aanvraag dient ten minste 6 weken vóór het tijdstip waarop de aanvrager de ontheffing nodig heeft te zijn ingediend. Indien de aanvraag wordt ingediend minder dan 6 weken vóór het tijdstip waarop de aanvrager de ontheffing nodig heeft, kan de aanvraag buiten behandeling worden gesteld. 3. De oude ontheffing vervalt bij het verlenen van een nieuwe en de oude raamkaart dient bij het afhalen van een nieuwe ontheffing (raamkaart) te worden ingeleverd. Artikel 10 Intrekken, wijzigen en weigeren van ontheffingen 1. Een ontheffing kan worden geweigerd indien aan de aanvrager - in een periode van 1 jaar voorafgaand aan het indienen van een aanvraag voor een ontheffing - een maatregel rijvaardigheid en geschiktheid als bedoeld in artikle 130 e.v. Wegenverkeerswet 1994 is opgelegd. 2. Een ontheffing kan worden geschorst, gewijzigd of ingetrokken indien: a. Er onjuiste gegevens door de aanvrager zijn verstrekt. b. Op grond van een verandering van omstandigheden of inzichten, opgetreden na het verlenen van de ontheffing. c. Een aan de ontheffing verbonden voorschrift of bepaling niet wordt nageleefd. d. De ontheffinghouder dit verzoekt. e. De ontheffinghouder overlijdt of bedrijfsbeëindiging heeft plaatsgevonden. f. De ontheffinghouder aangifte van vermissing van de ontheffing heeft gedaan. Artikel 11 Sanctiebeleid Indien een ontheffinghouder zich niet houdt aan de voorschriften en bepalingen voor het gebruik van de ontheffing kunnen de navolgende sancties worden toegepast. 1. Schorsing binnen de geldigheidsduur van de ontheffing a. 1e overtreding bepalingen: Schorsing ontheffing voor 3 maanden b. 2e overtreding bepalingen: Schorsing ontheffing voor 6 maanden c. 3e overtreding bepalingen: Schorsing ontheffing voor 12 maanden 2. Afwijkende oorzaken en termijnen voor schorsing a. Gedurende de termijn van schorsing toch gebruik maken van de busbaan of busstrook: Schorsing ontheffing voor 6 maanden 3. Doorwerking schorsing ontheffing a. Bij een nieuwe overtreding gedurende een schorsing start de nieuwe schorsing direct aansluitend op het einde van de eerdere schorsing(en). 4. Onmiddellijke intrekking lijnbusbaanontheffing a. Het opleggen van een maatregel als bedoeld in artikel 130 e.v. Wegenverkeerswet 1994 leidt tot onmiddellijke intrekking van de ontheffing. Constatering overtredingen bepalingen Als constatering van overtreding als genoemd in artikel 1, wordt aangemerkt een feitelijke verkeersboete van de politie of een schriftelijke rapportage van een Buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA). SLOTBEPALINGEN Artikel 12 Inwerkingtreding en geldigheidsduur Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de dag die volgt op die van publicatie voor de duur van twee jaar. Artikel 13 Citeertitel Dit beleid wordt aangehaald als: Beleidsregels medegebruik busbanen Roermond Aldus besloten in de vergadering van burgemeester en wethouders van 24 februari 2015. Burgemeester en wethouders van Roermond, De secretaris, mr. drs. J.J.Th.L. Geraedts De burgemeester, M.J.D. Donders-de Leest

Unknown

Foto van Lokaalnieuwsroermond.nl Redactie

Lokaalnieuwsroermond.nl Redactie

Onze redactie krijgt van de gemeente altijd een overzicht van de laatste bekendmakingen en aanvragen voor vergunningen in Roermond. Wij proberen deze altijd z.s.m. op onze site te plaatsen, zodat jij op de hoogte blijft van wat er speelt in jouw omgeving.

Heb je een opmerking over een van de bekendmakingen?

We antwoorden graag op je bericht. Laat het ons weten door contact met ons op te nemen.